Weer een vervloekte maandagochtend. Het duurt nog een uur voor mijn wekker afgaat en toch al wakker. Je kent het wel. Met de nodige tegenzin stap ik uit mijn nest. Het is misschien moeilijk te geloven, maar de kost verdien ik met functie elders buiten de regio en niet met reportages maken over de Eindhovens muziekscene. Dus bak koffie erin, niet zeuren en op het fietsje naar het werk.
In het donker voor de ochtendgloren merk ik dat ik met ander tempo op de trappers sta. Alsof mijn interne klok met een enorm geweld gereset is. En dan valt het kwartje.
De jongens van BAKLAWAI maken hun naam waar. Straight forward, groovey en vooral heel erg hard! Die zondag heb ik met ze afgesproken. Snel een interviewtje in de middag, wat fotos schieten en dan door. Ergens na tweeën kom ik aankakken en het drietal zit op de parking met een aangebroken krat pils van de herfstzon te genieten. Zonder nog boe of ba te zeggen krijg ik van Flip een biertje in mijn hand gedrukt. ‘Ja we beginnen vroeg, maar we zijn ook eerder hier naartoe gekomen voor jou.’ ‘Normaal starten we om vier uur en gaan dan door tot elf.’
In ongeloof hoor ik aan dat ze gemiddeld anderhalve krat erdoorheen jagen. Zo beaamt Julian; ‘Zo’n 49 repetities per jaar, maal anderhalf, tja da’s grofweg zo’n 75 kratten voor alleen de repetities!’
Ook tijdens de opnames van hun nieuwe EP werd er goed geproost. Volgens de heren moeten ze alleen nog de vocal takes afwerken bij Loet Braamkolk, die de plaat produceert, en daarna kan het materiaal door naar Pieter Kloos voor de mastering. Ondertussen lopen we naar binnen. Alles staat opgebouwd. De ruimte is tot de nok gevuld met toms, cymbals, versterkers en enorme speakerkasten. BAKLAWAI windt er geen doekjes om. Terwijl ik mijn flitsers in elkaar zet met veel gevloek en getier beginnen Flip, Julian en Mick te jammen. ‘Zachtjes aan’ kent het drietal niet, want vanaf de eerste maat staat alles op standje elf. En daar blijft het ook.
De mannen spelen twee keer de set door. Ondertussen spring ik van hoek naar hoek op zoek naar het juiste perspectief. Ontkomen aan de auditieve agressie heeft geen zin. Wanneer ik voor de basversterker hurk voor een close-up van Julian voel ik de geluidsdruk op mijn oren, hoofd en ribben. Inademen kost moeite, en ook lijkt het ongelofelijk; mijn ruggegraat begon plots te resoneren.
Nadien krijg ik nog een biertje en een peukie. Er wordt nog nagepraat over van alles en niets, en even heb ik het gevoel er volledig bij te horen. Dan, na uren raggen, bonken, lullen en zuipen valt er een stilte net voor mijn vertrek. Ze menen iets te weten.
Weer terug op mijn tweewieler over de donkere weilanden. Al neuriënd in alle vroegte over slecht verlichte fietspaden dwaal ik af. Mijn geest nog bij BAKLAWAI de dag ervoor in dat hok. En dan is het ineens duidelijker dan ooit; nu weet ik pas echt wat lawaai is.
Add comment
Comments